De Hollandse Ziekte

dutch-disease

De Hollandse Ziekte

Nederland heeft de afgelopen 50 jaar honderden miljarden euro’s verdiend aan het aardgas. Wij kunnen ons daarmee scharen onder de grootverdieners als het gaat om de fossiele brandstoffen. Wat heeft ons die rijkdom gebracht? Wat vertellen wij tegen onze kinderen en kleinkinderen nu het besef doordringt dat zij de komende decennia voor de kosten van de vergrijzing gaan opdraaien? Hebben wij iets blijvends opgebouwd met dit enorme bedrag?

Op 22 juli 1959 om 6.33 uur werd op het land van Kees Boon, in de buurt van Slochteren, één van de grootste gasvelden ter wereld aangeboord. De Nederlandse overheid profiteerde er echter flink van. Maar het is eerder een vloek dan een zegen gebleken. In 50 jaar tijd zijn de aardgasopbrengsten geconsumeerd door de Nederlandse samenleving. De kiem daarvoor werd gelegd in het kabinet-Den Uyl. Latere kabinetten deden het nog eens dunnetjes over. In plaats van de aardgasbaten te beleggen in een apart investeringsfonds, zoals oud-minister van Financiën Piet Lieftinck voorstond, kwam het terecht in de staatskas. Met die beslissing is volgens velen een historische fout gemaakt, die helaas niet (voldoende) door latere kabinetten is gecorrigeerd.

Nederland heeft hier de wereldwijd bekende Hollandse Ziekte (“Dutch disease”) aan overgehouden, refererend aan het aanwenden van de onverwachte aardgasopbrengsten voor het financieren van een permanente stijging van de overheidsuitgaven. Nederland was in de jaren zeventig van de vorige eeuw het eerste land dat door een dergelijk verschijnsel werd getroffen. De Nederlandse economie werd in de jaren zeventig zwaar getroffen door een economische recessie. Tegelijkertijd begon de regering Den Uyl (1973-1977) met een grootschalig stimuleringsbeleid, dat zich vooral vertaalde in een uitbreiding van de verzorgingsstaat. Rond 1979-1980 (ten tijde van de tweede energiecrisis) drongen de desastreuze effecten van de regering Den Uyl pas echt goed door. De overheidsfinanciën waren uit de hand gelopen, de lastendruk was sterk gestegen en was het begrotingstekort opgelopen naar 6% van het BNP. De kabinetten Lubbers hebben in de jaren tachtig veel schade weten te herstellen.

Flip de Kam, emeritus hoogleraar openbare financiën aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft samen met NRC Handelsblad berekend dat in de periode 1959-2009 slechts 15,4% (EUR 32,5 miljard) van de totale aardgasbaten van EUR 211,1 miljard bij infrastructuur terecht is gekomen. De rest is allemaal uitgegeven aan:

  • Sociale zekerheid: 24,8% (EUR 52,3 miljard)
  • Openbaar bestuur en veiligheid: 20,1% (EUR 42,5 miljard)
  • Collectieve zorg: 10,4% (EUR 21,9 miljard)
  • Onderwijs: 9,2% (EUR 19,5 miljard)
  • Rente: 7% (EUR 14,8 miljard)
  • Overdracht aan bedrijven: 6,2% (EUR 13,1 miljard)
  • Internationale samenwerking: 3,5% (EUR 13,1 miljard)
  • Defensie: 3,4% (EUR 7,2 miljard)

Als we naar het staatje van Flip de Kam dan constateren we nogmaals dat nagenoeg de gehele aardgasbaten zijn geconsumeerd. Er is niets blijvends nagelaten voor onze kinderen en kleinkinderen.

In 1995 werd het Fonds Economische Structuurversterking opgericht met de bedoeling de meevallers van de aardgasbaten in een apart fonds onder te brengen. Tot en met 2005 heeft het fonds circa 17 miljard euro geïnvesteerd; een schijntje in vergelijking met de totale aardgasbaten. In 2006 heeft het Centraal Planbureau (CPB) kritisch naar de FES-projecten gekeken. Het bleek dat van de 49 projecten er 35 niet bijdroegen aan de maatschappelijke welvaart. Een schokkende constatering. Zelfs dit beetje geld goed investeren lukte ons niet. In 2011 is het FES opgeheven en vloeien alle aardgasbaten weer in de algemene middelen.

Laten wij eens kijken naar de noordelijke buur Noorwegen. De strategie van het Noorse oliefonds, het grootste staatsfonds ter wereld, legt het land geen windeieren. De inspiratie voor de enorme spaarpot kwam uit Nederland, waar gasbaten werden gebruikt om de staatskas te spekken. De zuinige Noren wilden het anders aanpakken en kozen voor een oliefonds voor toekomstige generaties. In 1996 werd er voor het eerst €200 miljoen op de rekening gezet; inmiddels staat de teller op een kleine €520 miljard.

De afgelopen vijftig jaar zijn veel te hoge overheidsuitgaven afgedekt uit de aardgasbaten en werden moeilijke en/of pijnlijke keuzes uit de weg gegaan. Solidariteit binnen een samenleving is een groot goed maar wordt verkwanseld zodra solidariteit wordt gekocht. De econoom Lans Bovenberg heeft eerder gewaarschuwd voor het doorschieten van solidariteit. Bij zeer grote collectiviteiten kan de balans doorslaan. Dat hebben we gezien bij de WAO. Te veel solidariteit en te weinig verantwoordelijkheid voor het niveau waar de risico‘s kunnen worden beheerst leidt tot ongelukken. Het gaat om het vinden van een middenweg met een goede verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid, middenveld en individu. Het eerste kabinet Lubbers heeft destijds de vicieuze cirkel van een neergaande economie weten te doorbreken. Een groeiend aantal mensen maakte gebruik van de sociale zekerheid en daardoor stegen de overheidsuitgaven. Vervolgens moesten de collectieve lasten omhoog, die weer werden afgewenteld in de lonen waardoor de werkgelegenheid verder werd uitgehold. Lubbers heeft een beleid in gang gezet om de verzorgingsstaat te saneren waardoor het verschil tussen loon en uitkering groter werd. De prikkel om te werken nam daardoor toe. Dat is een goede zet geweest alhoewel dat met veel pijn gepaard ging. Goede heelmeesters lijken vaak hard.

Hebben we hier iets van geleerd? Is de WMO de afgelopen jaren ook niet doorgeschoten zoals de WAO destijds? Nederland staat bekend om haar uitstekend stelsel van sociale zekerheid en dat moet ook zo blijven. Het probleem is veelal de consequente en heldere toepassing van de regels. De komende jaren zullen moeten uitwijzen of wij helder en consequent durven zijn; een goede heelmeester worden. De komende transities jeugdzorg, participatie, awbz komen wellicht tientallen jaren te laat. Te lang lijkt te zijn voortgegaan met de opbouw van  een oerwoud van allerlei stichtingen, organisaties, bureaucratie, enz. waar Balkenende-normen massaal zijn overschreden. Maar ook scherpe indicatiestellingen zijn vaak achterwege gebleven. Het is nu eens te meer zaak om ons te richten op diegenen in de samenleving die echt zorg nodig hebben. De overheadkosten in de zorg zijn veel te hoog terwijl het scherp identificeren van de echte zorg achterwege lijkt te blijven. In Duitsland zijn kinderen bij wet verplicht om voor hun ouders te zorgen net zoals ouders bij wet verplicht zijn om voor hun kinderen te zorgen. In Nederland doen we daar blijkbaar heel moeilijk over. Maar moeilijk doen heeft helaas zijn prijs.

Hoe had Nederland eruit gezien als in 1959 op het land van Kees Boon geen aardgas was gevonden? Hadden wij nu minder welvaart gekend? Je zou bijna zeggen dat de aardgasbaten voor dit land eerder een vloek dan een zegen zijn geweest. Zijn we al genezen van de Hollandse Ziekte of is het een chronische ziekte? Maar belangrijker is hoe we straks de vraag van onze kinderen en kleinkinderen beantwoorden waar de honderden miljarden zijn gebleven. En binnenkort is het gas op.

Bronnen:

http://wetenschap.infonu.nl/onderzoek/37792-dutch-disease-en-hoe-nederland-de-gasbaten-verkwanselde.html

http://financieel.infonu.nl/diversen/15314-interview-lans-bovenberg.html

Dit bericht werd geplaatst in politiek. Bookmark de permalink .

2 reacties op De Hollandse Ziekte

  1. Charl Goossens zegt:

    Interessant te lezen hoe Noorwegen met grondstofbaten omgaat.

    De overheadkosten in de zorg zijn te groot, maar zodra de goede heelmeester wil snijden glijdt het mes van dit te grote vette orgaan af, raakt het kwetsbare vlees en schaadt daarmee ook de heelmeester. =Verdedingsmechanisme van het te grote orgaan.
    Wie helpt de heelmeester de juiste indicatie te stellen hoe dit verdedigingsmechanisme te doorbreken? Of zijn de indicatiestellers te verweven of afhankelijk van het grote orgaan?
    Grote vraagstukken.

  2. Ilya Musters zegt:

    Typisch nederlands….. We sparen wel voor ons pensioen, in een grote pot, maar slim rentenieren kunnen we niet.

    Mooi artikel!

Plaats een reactie